Zo heeft het woord derech, weg, te Ugarit bovendien de betekenis van macht, heerschappij;
Spreuken 8:22 De gepersonificeerde wijsheid verkondigt dat God haar tot aanzijn heeft geroepen als het begin van Zijn weg; de betekenis "macht" past hier veel beter.
Spreuken 31:3 ... Geef aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw "wegen", om de koningen te verdelgen" (Statenvertaling). Ook hier past het woord "macht" beter, met een seksuele bijbetekenis in dit geval.
De zin van de geheimzinnige Psalm 110:7: "Hij drinkt onderweg uit de beek", zou een meer aannemelijke betekenis krijgen als men eronder verstaat: Hij drinkt in zijn heerschappij uit de beek, des te meer daar deze psalm een koninklijk orakel is, vol van toespelingen op riten in verband met de koninklijke macht.